De archieven

‘Ik wil het beter doen’

‘Ik wil het beter doen’

Hier volgt een waarschuwing:

Wat ik nu ga schrijven is niet wetenschappelijk onderbouwd, dus er ligt geen evidence based onderzoek aan ten grondslag (slechts practice based:0).

Onze generatie heeft het goed. De meeste van ons zijn goed opgeleid, hebben een goede baan, een leuk huis en een mooie auto voor de deur staan (soms wel twee). Toch merk je (vooral tussen de mannetjes) een competitie-drang. Wie heeft de grootste auto, het grootste huis en gaat vier keer per jaar op vakantie. Dus een aantal jaren geleden vroeg ik aan mijn husband (die hier openlijk voor uit komt): Waar komt dit complex vandaag?

Zijn antwoord is helder:

‘Wij mannen willen graag het net een beetje beter doen dan onze vaders.’

Ok, dat verklaart een hoop voor onze generatie. Meestal lukt dit nog wel. Hoe zit dat dan met onze kids? Zullen zij dit ook willen? Dan wordt dat een zware opgave en even plat gezegd: dat gaan ze denk ik ook niet redden. Bovendien wil ik niet dat ze het gevoel krijgen dat ze ‘niet goed genoeg’ zouden zijn, als dat niet lukt. Ze moeten weten dat ik onvoorwaardelijk van ze houd, waar ze ook heen gaan en welke beslissingen ze nemen. Dat betekent dus dat ik (nog vaker) op mijn tong moet bijten of misschien een tweede tong alvast op ijs moet zetten. Onze kinderen zijn niet perfect, ik ben niet perfect en dat is OK.

Toen Juul net geboren was en de eerste drie jaar die daar op volgde, was ik een neurotische moeder. Ik moest een perfecte moeder zijn en mijn kind moest en zou perfect zijn. Alleen deed hij niet mee aan dit spelletje. Zo zat ik bij de logopedist (hij was 2,5 jaar), omdat hij laat was met praten. Volgde hij absoluut NIET de lijstjes van het consternatiebureau en waar ik het lezen van boeken geweldig vind, gooide hij er liever mee.

Na drie jaar heb ik de strijd  opgegeven en ben ik naar hem gaan luisteren. Ik kocht geen boeken met verhaaltjes, maar prentenboeken (de gele ballon is echt een aanrader). Ik kocht spelletjes (boekjes werden in de hoek gegooid) met rekensommen en stuurde hem naar buiten, als hij zijn energie kwijt moest.

Mijn husband en zwager hebben dyslexie (getest en niet getest). Gezien het feit dat Juul veel van zijn vader heeft, gaan wij ervan uit dat hij ook dyslectisch is. De eerste signalen zijn geconstateerd en de juf heeft heel voorzichtig aangegeven, dat de kans aanwezig is, dat hij misschien wel dyslectisch is (goh;). Ik zag de verrassing in haar ogen, toen ik vertelde dat we hier al vanuit gaan en dat ik het heel goed vind dat ze hem nu al hulpmiddelen geeft (dat was in onze tijd niet ). Ik ben een stuk relaxter geworden (mijn husband was dat al, die is dat altijd al geweest).

Wat ik laatst het meest geweldige vond? Juul liet vol trots aan mij zijn lijstje zien (met eu, ui, oe, ei, ij, ie, ou, au). Hij hecht hier geen waarde-oordeel aan en was oprecht blij (dat komt mede door de opstelling van de juf). Ik was op dat moment zo trots! Misschien doen we toch nog iets goeds in de opvoeding van onze kids.

 

 

 

 

 

Geen reactie's

Geef een reactie