De archieven

‘Ik ga ophangen! Doei!’

‘Ik ga ophangen! Doei!’

De jongste telg weet dus hoe de telefoon werkt. Het ‘alleen’ thuis blijven met zijn broer en zus gaat steeds beter.  Echter, maar, dus. Hij belt ook als de husband gewoon thuis is. Meestal voor een second opinion.

Het valt nu mee, maar de eerste keer dat ‘Thuis’ verscheen op mijn mobiel, schrok ik. De man is thuis. ‘Oh god, er is iets errugs gebeurd’, zei ik tegen een vriendin. Het viel mee. Spruit 3 vraagt of hij een ijsje mag. ‘En mam, ben je zo thuis?’

‘Nog een uurtje lieverd’,

Of wat langer, want ik was in Amsterdam, maar hij heeft gelukkig nog geen tijdsbesef. Gisteren was de man thuis en kreeg ik dus weer een telefoontje. ‘Oh, zei ik, dat is de kleine man’. ‘Hij wil vast iets wat niet van de husband mag’.

‘Mam…’

‘Ja..”

‘Eeeuuhh….’

‘Wat is er lieverd?’

‘Kun jij ijsjes kopen?’

‘Nee lieverd’

‘Ik ga zo ophangen?’

‘Huh?

‘Ik ga ophangen!’

‘Wat zeg je?’

Ophangen…. Ik was vergeten. Dat het voor deze generatie een raar woord is. De telefoon ophangen. We kwamen niet meer bij. Waarom zou je de telefoon ophangen? Ik ben bang, dat de uitdrukking over de jaren heen in vergetelheid geraakt. Ik ga dat dan wel missen. De telefoon ophangen. Fysiek op zijn plek terug leggen. Op 1 plek. 1 plek in huis, waar de telefoon staat. Waar je naartoe moest gaan om te bellen. Misschien dat er boven nog een telefoon stond. Of dat je naar boven belt om te zeggen dat het eten klaar staat. Ik word oud. Heel oud. Maar ga ik het toch missen.

Geen reactie's

Geef een reactie