De archieven

Niet mijn kind…

Niet mijn kind…

15.40 zou mijn telg proefzwemmen. Dan controleren ze nog een keer of hij/zij wel echt alles kan. Of eigenlijk of het kind wel door het gat gaat. Ik ben te vroeg. 20 min te vroeg. Ik ben altijd te vroeg. Tot grote frustratie van alle leden van de familie. Ik vind het raar dat er al kindjes aan het douchen zijn. In theorie moeten zij nog in het zwembad liggen, de kindjes van de A-groep. Ik kijk in de agenda van de zwemschool. Nee, het staat er echt. 15.40. Dus de telg kleedt zich om en loopt richting het zwembad. Waar we constateren dat de vorige A-batch, ietsje pietsje uitloopt. De dochter kijkt me veelbetekenend aan. En ik zeg gauw. ‘Ik weet het, sorry’. Gelukkig heeft ze een rugzak vol tekenmateriaal mee, maar ze kan geen geschikte plek vinden. Ik zeg weer sorry. De juffen gaan dapper door. De groep is groot. De B-groep, de groep van de jongste telg wordt ook steeds groter. En iedereen die richting het zwembad loopt vraagt: ‘dit is toch voor B?’

‘ja’ antwoord ik ‘Ze lopen een beetje uit’

De groep met volwassen mensen wordt groter en zelfs de eerste mensen met kindjes die voor C moeten arriveren. Het is warm. Dit samen met ongeduldige mensen, is niet een geweldige combi. Ik ben er ook niet goed in. Vooral als mijn kindjes hangerig worden. De jongste heeft dan de neiging letterlijk aan mij hangen en op me te klimmen.

En dan wordt er gewisseld. De dochter verplaatst zich naar boven, want daar heeft ze ruimte om te tekenen. Ik blijf zitten. Iemand moet de kleine telg helpen met het ontdoen van de natte kleren.

Dan is er een klein mannetje. Dat mannetje heeft het koud en deelt dat mede aan iedereen die het wil horen. Je ziet de moeder hulpeloos om zich heen kijken. Je kan op dat moment niet even snel de warme kraan opendraaien ofzo.

En dan het gat. Ze moeten door het gat. Elke ouder houdt zijn hart vast. De herkansers zijn er dit keer in overvloed. Ze krijgen meerdere herkansingen -soms wel vijf pogingen- maar bij eentje lukt het niet. Het mannetje dat het koud heeft.

Na de zoveelste poging is het klaar. De moeder is -volgens mij- de wanhoop nabij en iedereen die er zit, leeft met haar mee. Maar het kind is op. En kan niet lief doen tegen zijn moeder. Waarop de juf -terecht naar mijn mening- ingrijpt. Iedereen wordt stil -wat een dingetje is die middag- en het eerste wat ik denk:’niet mijn kind’.

Moe komen we thuis. En dan bedenk ik me. Dat is niet eerlijk. Ik weet niet wat haar verhaal is. Ik weet niet wat zijn verhaal is. Ik weet het niet. Dus ik oordeel niet. Op dat moment wel, maar nu niet. Nu niet meer.

Geen reactie's

Geef een reactie