De archieven

Voortgezet Onderwijs

Voortgezet Onderwijs

Mensen. Mijn kind gaat naar het Voortgezet onderwijs. En ik dacht dat ik daar heel relaxed mee kon omgaan. Maar ik kom daar nu een beetje op terug. Die telg van mij moet namelijk in zijn eentje de stad door fietsen naar Haren. Geen van zijn vrienden gaat naar deze school en dat is natuurlijk heel dapper. Dus werd de fietstocht geoefend en werd de makkelijkste route gekozen. Hoe verkeerd kan het gaan?

De maandag was hij vrij, en gingen alleen de jongste twee op de fiets naar school, easy peasy. Dinsdag moest hij om 8.30 op school zijn. Op basis van de test-run werd geconstateerd dat hij ongeveer 30 min nodig heeft om op school te komen. Ik moest naar kantoor, dus ik fiets met hem mee. Wij fietsen de route zoals deze door Mark is uitgestippeld totdat ik aangekomen ben bij de Verlengde Hereweg. Hier kunnen we ook naar rechts, denk ik. Julian zegt nog: ‘We moeten hier rechtdoor!’. Ik roep: ‘Maar dit kan ook!’. Tip van de week, verander de route niet gelijk op de eerste dag. Vervolgens is het fietspad afgesloten en moeten we de weg oversteken. Zes minuten later fietst hij over een een bult, heuvel en of gat (ik weet het niet meer), en vliegt zijn ketting eraf. De school is op 800 meter afstand. We lopen even verder, ik schakel een hulplijn in, maar die kan op- afstand – ook niet zoveel. Wel had de hulplijn eenzelfde probleem, want de dochter weet niet waar de tweede gymlocatie is en dus fietst hij ook half Groningen door. Hij stuurt nog wel een youtube filmpje, maar we hebben hier te maken met een dichte kettingkast. Dus dat gaat me echt niet lukken.

We zetten de fiets op slot bij het Beatrixoord en ik zeg: ‘spring maar achterop. We bedenken wel een oplossing’. Net op tijd arriveert hij bij school. ’s Middags wordt hij opgehaald met de auto en gebracht naar zijn fiets. De kettingkast wordt geopend en de ketting wordt er weer opgelegd. Meneer krijgt instructies hoe te fietsen (maar Beatrixoord, is niet volgens de eerste route) en hij fietst weg.

Met hem was echter afgesproken dat Mark achter hem aan zou rijden met de auto tot bekend terrein, maar hij reed dus vrolijk weg voordat Mark in de auto zat.

Ik -was nog op kantoor- dacht: ‘Ik bel hem even!’ Ik krijg vervolgens mijn wederhelft aan de telefoon die inwendig en uitwendig vloekt dat Juul zijn telefoon niet bij zich heeft. Hij wil deze asap brengen, maar ziet zijn zoon niet meer. Hij rijdt de weg naar huis, maar geen kind. Het zweet breekt bij mij uit als na 30 min nog geen zicht is op mijn oudste. Na een uur stapt Mark op de fiets en ik zeg tegen mijn collega’s: ‘Ik ga zoeken’. Alle hulplijnen worden gebeld en in mijn hoofd ben ik al een AMBER-Alert aan het opstellen.

Na 1,5 uur krijgen we het verlossende berichtje: Hij is thuis. Hij heeft half Groningen gezien. Zag op een gegeven moment het Station en wist vanuit dat punt naar huis te fietsen.

De tranen die ik tot die tijd nog in bedwang kon houden, vonden hun weg naar buiten en samen met Mark fiets ik naar huis. Volgens mij heb ik nog iets van werk gedaan, maar veel kan het niet zijn geweest.

De volgende dag fietst hij weer naar school, met telefoon. Op de terugweg mist hij weer een afslag, komt blijkbaar weer bij CS uit en is binnen het uur thuis.

’s Avonds lees ik een berichtje van een fietser die is aangereden door een bus op de Verlengde Hereweg. Ik weet het, het grote loslaten is begonnen. Maar boy, wat is het lastig.

Geen reactie's

Geef een reactie